Door onze hoffelijkheidsregels toe te passen. Heel veel reizigers kennen ze en passen ze al toe zonder na te denken, zoals recent onderzoek uitwijst. Maar een kleine opfrisbeurt kan vast geen kwaad.
- Laat geen afval achter
Om hygiënische redenen mag je niet eten op bus of tram. Heb je toch afval? Neem het dan na je rit mee en gooi het weg in de prullenbak aan de halte of bij je thuis. - Geef je zitplaats aan wie het meer nodig heeft
Hou rekening met zwangere vrouwen, ouderen, mensen met een beperking of ouders met kleine kinderen. Zij hebben vaak een zitplaats nodig. Kijk goed welke plek jij inneemt en plaats je handtas of rugzak op je schoot, of onder je stoel. - Hou het rustig
Luid bellen of roepen, muziek op maximaal volume, … Daarmee stoor je andere reizigers. Gebruik liever een koptelefoon of oortjes, zo bescherm je ook nog eens je gehoor! - Hinder of vertraag het voertuig niet
Vraag op tijd je halte aan en druk alleen op de bel als je effectief wil afstappen. En de noodknop? Die is er enkel – en zoals de naam al doet vermoeden – voor noodgevallen. - Toon spontaan je vervoerbewijs bij controle
Heb altijd een geldig vervoerbewijs op zak en toon het spontaan aan onze controleurs. Zij mogen in bepaalde gevallen je identiteit controleren, ook al hebben ze niet dezelfde bevoegdheden als de politie. - Maak je zichtbaar aan de halte
Sta een vijftal minuten op voorhand aan de halte en zorg dat je goed opvalt. En zie je de bus aankomen? Steek dan op tijd je hand op, zo weten onze chauffeurs dat je wil meerijden. - Laat anderen eerst afstappen
Andere reizigers kunnen vlot afstappen als jij de doorgang niet blokkeert en oplet met fietsen, buggy’s en huisdieren. Daarna kan jij vlot en comfortabel opstappen. - Stap vooraan op en schuif door
Opstappen doe je bij een bus vooraan, tenzij je een kinderwagen, rollator of rolstoel hebt. Is dat het geval? Dan maak je de chauffeur er attent op. Bij een tram mag je dan weer kiezen aan welke deur je opstapt.
Nog vragen over dit onderwerp?
Vul dit formulier in.