In het geval van een combinatie met de NMBS geldt:
Voor één vervoerbewijs dat De Lijn en NMBS combineert:
Maak je als werknemer gebruik van de combinatie ‘trein + één of meerdere openbare vervoermiddelen’? En doe je dat met slechts één vervoerbewijs?*
Dan wordt de bijdrage van je werkgever berekend op basis van de forfaitaire bedragen voor de trein.
*in dit vervoerbewijs wordt er geen onderverdeling gemaakt per gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel.
Je werkgever komt dan tussen op basis van de forfaitaire bedragen die opgenomen zijn in artikel 3 van CAO 19/9. Deze forfaitaire bedragen zijn afhankelijk van het aantal kilometers vermeld op het abonnement.
Bijvoorbeeld:
Er is één vervoerbewijs voor zowel de NMBS, De Lijn als de MIVB (en het staat op één MOBIB-kaart)
In bovenstaande illustratie betaalt iemand 198 euro voor de combinatie van De Lijn (42 euro), de MIVB (49 euro) en de NMBS (107 euro).
CAO 19/9 voorziet een tussenkomst. En aangezien de afstand niet gekend is, wordt de tussenkomst berekend op basis van 71,8 %* van de effectief betaalde prijs (198 euro). Dat wordt dan 142,16 euro.
*71,8 % betreft de minimaal verplichte tussenkomst door je werkgever. De sector waarin je werkt kan ook afwijkende regels vaststellen met betrekking tot deze tussenkomst. Maar geen zorgen, het zal nooit lager zijn dan de verplichte 71,8 %.
Enkele voorbeelden van zulke sectoren zijn PC 220 voor de voedingsnijverheid, PC 322 voor de uitzendarbeid, …
Vraag dus zeker goed na bij je werkgever hoeveel hij (bovenop de verplichte 71,8 %) tussenkomt. Nogmaals, er zijn heel wat sectoren die voor de volle 100 % tussenkomen.
Voor één vervoerbewijs dat De Lijn combineert met TEC of MIVB:
Dan is het verplicht om een afstand te vermelden op het abonnement.
Gebeurt dit niet, zoals bij een abonnement van De Lijn? Dan kan je werkgever zich niet beroepen op de werkgeversbijdrage van de trein – omdat deze gebaseerd is op het aantal kilometers.
In zo’n geval kan de tussenkomst vastgesteld worden op 71,8 % van de effectief betaalde prijs.
Voor verschillende vervoerbewijzen:
Maak je gebruik van een combinatie van De Lijn met één of meerdere andere openbaar vervoermiddelen én heb je hier verschillende vervoerbewijzen voor? Dan wordt het als volgt berekend:
- Je werkgever telt zijn bijdrage voor elk vervoersmiddel apart uit;
- De bedragen worden dan bij elkaar opgeteld.
Bijvoorbeeld:
je hebt een treinabonnement van 700 euro per jaar en een busabonnement van 339 euro per jaar. De verplichte tussenkomst van je werkgever bedraagt dan minimaal 71,8 %
- op het busabonnement;
- de forfaitaire bedragen opgenomen in artikel 3 van CAO 19/9 op het treinabonnement.